
Is life-work balance een goed idee?
Waarom ik niet meer geloof in leven-werk balans
Een tijd geleden hoorde ik een verhaal over een groep kleuters die dertig dagen lang onbeperkt mochten eten wat ze wilden.
De eerste dagen waren, zoals je zou verwachten, een feest van ijsjes, snoep en suikerige ontbijtgranen. Maar na een paar weken? Toen begonnen ze vanzelf gezonder te eten. Niet omdat iemand hen vertelde wat goed of fout was, maar omdat hun lichaam het wist. Ze luisterden naar iets wat dieper ligt dan regels en richtlijnen: hun eigen wijsheid.
En dat, toen ik het mij ging realiseren, is precies hoe balans werkt.
We hebben het vaak over leven-werk balans alsof het iets is wat je actief moet creëren. Alsof er een onzichtbare weegschaal is waar we constant dingen op leggen: werk aan de ene kant, leven aan de andere. Maar wat als die weegschaal helemaal niet bestaat?
Wat als werk gewoon een uitdrukking is van wie je bent?
Balans als verdedigingsmechanisme
De klassieke gedachte achter leven-werk balans is dat werk een noodzakelijk kwaad is. Iets wat je moet doen om te kunnen leven. En dus moet je zorgen dat het niet te veel wordt. Niet te lang. Niet te vaak. Want anders raak je uit balans.
Maar dat hele idee is gebouwd op een misverstand. Want wat als je werk een natuurlijke expressie is van je creativiteit, je verlangen om iets bij te dragen, iets te maken? Dan is het niet werk tegenover leven. Dan is werk leven. Net zoals rust dat is. Of spelen.
Of dansen.
Ik heb mezelf jarenlang aangepraat dat ik niet te veel mocht werken of juist heel hard. Dat ik "moest leren genieten" en "in balans moest blijven". Maar hoe meer ik dit probeerde, hoe meer ik uit balans raakte, want ik was bezig met een ideaalbeeld, niet met mijn eigen gevoel.
Innerlijk weten als kompas
Wat nou als je diep van binnen precies weet wat het moment van je vraagt?
Soms is dat werken tot laat in de avond. Soms is dat de hele middag wandelen. Soms is dat een dansfeest, soms een dutje. Het is niet rationeel, het is intuïtief. En als je daarnaar leert luisteren, ontstaat er vanzelf iets wat lijkt op balans, maar dan van binnenuit.
Je hoeft het niet te plannen. Je hoeft het niet te controleren. Je hoeft alleen maar te volgen wat klopt. Niet wat hoort.
En ja, mensen gaan daar wat van vinden. “Werk jij niet te veel?” of juist: “Doe jij eigenlijk nog wel wat?” Maar dat zegt vooral iets over hún eigen weegschaal.
Luister hier de podcast: